Willekeur

Gepubliceerd op 13 maart 2020 om 20:40

Er voltrekt zich iets wonderlijks. Het voltrekt zich bijna onmerkbaar.

De omvang en daarmee de ernst van de verspreiding van het Corona virus worden steeds zichtbaarder en voelbaarder.

Of misschien juist wordt het steeds duidelijker dat de omvang vele malen groter is dan de zichtbaarheid suggereert.

Er wordt veel energie gestoken in het bewerkstelligen dat de uitbraak van het virus zich over zoveel mogelijk tijd verspreidt. Dat maakt het meer behapbaar en zorgt ervoor dat we richting hogere buitentemperaturen gaan (in de verwachting dat het virus dan min of meer uitdooft om in het najaar weer op te vlammen). Daarmee winnen we ook tijd om het op de markt krijgen van een vaccin meer kans te geven.

 

Dat neemt niet weg dat vanuit de hele zorgsector, en met name vanuit de ziekenhuizen gezien wordt dat we richting maximum capaciteit gaan.

We hebben dit gezien bij de mondkapjes voor (huis)artsen, (dieren)artsen, of voor verplegend personeel van ziekenhuizen. (Burgers kopen  ze massaal op omdat ze het gevoel willen hebben iéts te doen als bescherming. En burgers doen dit omdat ze het anderen hebben zien doen. In tijden van angst, stress hebben we de neiging elkaar na te doen).

We hebben dit ook gezien bij de testen. De zorg over een mogelijk tekort aan testen heeft ertoe geleid dat op een zeker moment besloten werd niet meer iedereen te testen die voldeed aan de criteria om getest te worden. Vervolgens werd besloten om bepaalde groepen expliciet niét te testen (bv gezinsleden van een positief getest iemand). Alleen werd deze beleidswijziging in testgedrag pas achteraf gecommuniceerd toen er veel onrust ontstond over "weigerachtige" GGD's of allerlei praktijken die niet overeen kwamen met de afgesproken maatregelen.

Het heeft dus wel even geduurd voordat duidelijk werd dat "het aantal positief geteste personen"  eigenlijk helemaal geen indicatie meer was voor het aantal mensen met het virus wat aan het begin van de uitbraak wél het geval was.

 

Wat ontbreekt, is duidelijke communicatie over genomen besluiten.

(Waar het overigens ook aan ontbreekt, is besluitvaardigheid, want in plaats van besluiten te nemen en maatregelen dwingend op te leggen, komt het kabinet niet veel verder dan het geven van adviezen). Duidelijke communicatie dus, over genomen besluiten, vooruit, over maatregelen/adviezen.

Wat opvallend is, is hoe de communicatie gebracht wordt.

Het kabinet put zich uit in het beklemtonen dat we in deze crisis  ons vooral moeten laten leiden door de inhoudelijk deskundigen, zijnde met name het RIVM en de GGD's.

Het is ook met name het RIVM dat naar buiten treedt met mededelingen. De keren dat Mark Rutte het land toespreekt, doet hij dit met het RIVM naast zich.

Hiermee sterk suggererend dat maatregelen/besluitvorming toch vooral op medische argumenten gestoeld is.

Iets wat natuurlijk niet het geval is en ook niet zo kan zijn. De juiste rolverdeling lijkt mij dat de politiek de besluiten neemt en daarbij zich zoveel mogelijk, maar niet uitsluitend, laat leiden door de medische argumenten.

Dat er sprake is van een medische kant en een beheersmatige, politieke kant werd pijnlijk duidelijk bij het bekend maken dat sociaal contact zoveel mogelijk moet worden vermeden, dat bijeenkomsten vanaf 100 personen worden afgeraden, maar dat de scholen gewoon open blijven.

Op puur medische gronden is het open houden van die scholen niet overeind te houden. Gelukkig versprak Rutte zich en maakte hij duidelijk dat hij de scholen vooral open wilde houden als opvang voor de ouders, zodat die aan het werk konden blijven.

Nogmaals, het is goed dat die scheiding er is tussen wát medische argumenten zijn en wát politieke of bestuurlijke. Dat maakt het besluitvormingsproces transparanter en geeft de burger ook meer houvast om zich daarnaar te verhouden. Maar laat dan wel duidelijk zijn wie welke  categorie vertegenwoordigt.

 

Een vergelijkbare rolverwarring zie je momenteel ook steeds meer optreden bij (ziekenhuis)artsen. En daarmee ben ik aangeland bij het derde onderwerp waarbij zorg wordt uitgesproken over maximum capaciteiten. De zorg over het onvoldoende beschikbaar hebben van IC bedden in ziekenhuizen. En ook in dit onderwerp zie je dat het niet duidelijk is wie nu eigenlijk welke rol heeft.

Artsen signaleren een dreigend beddentekort. Zorgwekkend, heel goed dat dit gesignaleerd wordt. Maar dan? Is het vervolgens niet aan de politiek om dit signaal op te pakken en hier beleid op te ontwikkelen? En wel in een rotvaart omdat het zeer wel mogelijk is dat binnen afzienbare tijd keuzes gemaakt moeten worden? Die keuzes moeten gemaakt worden door de artsen, maar is het niet de politiek (en in een wat idealere situatie aan de samenleving middels een maatschappelijke discussie) die het kader aangeeft, die de criteria bepaalt op basis waarvan de artsen hun keuzes bepalen?

Ik hoor de politiek niet. Ik hoor wel diverse artsen/ziekenhuizen hardop denken/balletjes opgooien. En bij al die opgegooide balletjes heb ik maar één criterium gehoord, nl. leeftijd.

De één zegt dat mensen boven de 80 jaar met Corona mogelijk niet opgenomen, behandeld zullen kunnen worden. De ander noemt een leeftijdsgrens van 75 jaar en weer een ander legde de grens op 60 jaar.

Is het werkelijk aan de ziekenhuizen om naar believen hier al of niet voor te kiezen, cq zich "hiertoe gedwongen te voelen"?

Wat ligt er ten grondslag aan dit criterium?

Ouderen hebben toch geen economische waarde meer?

Ouderen zijn geen machtsfactor van belang?

Ouderen zijn een risicogroep en hebben de grootste kans op overlijden? (Zou je dan als arts je niet juist op die groep moeten richten?).

 

Misschien is het beter wanneer de situatie van beddentekort zich voor gaat doen, de toegang tot ziekenhuizen te ontzeggen aan :

  • Mensen tussen 25 en 60 jaar die verder gezond zijn (die komen er in principe op eigen kracht wel uit)
  • Mensen met krullen
  • Mensen met blauwe ogen
  • Mensen die karnaval gevierd hebben
  • Mensen zonder kinderen
  • Mensen uit de Randstad
  • ……………..

 

Wanneer dit soort oplossingen voor het beddentekort worden aangedragen en er wordt eigenlijk nauwelijks aandacht aan besteed, er wordt geen onderbouwing geboden, er wordt niet op gereageerd, dan vraag ik me af hoe het gesteld is met onze beschaving. Dan is onze beschaving in mijn ogen niet meer dan een fineerlaagje wat kan bestaan bij de gratie van overvloed en welvaart. En wanneer dreigt dat niet aan die voorwaarden voldaan kan worden, worden we blijkbaar overgeleverd aan willekeur.


«   »

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.